Hoe een 3D-printer te gebruiken

crwdns2936071:01crwdne2936071:0 — Voordat je de MakerBot Replicator inschakelt

Zorg ervoor dat het filament vol is

crwdns2936071:02crwdne2936071:0 — Configuratiescherm

Druk op de menuknop en blader door de opties

crwdns2936071:03crwdne2936071:0 — Zet de plaat waterpas

De plaat op de makerbot moet perfect waterpas worden gezet.

crwdns2936071:04crwdne2936071:0 — Nadat je de plaat waterpas hebt gezet

Druk op de knop "Instellen starten" op het bedieningspaneel om te beginnen met het controleren of de plaat waterpas staat.

crwdns2936071:05crwdne2936071:0 — Smart Extruder: hier gaat het filament naartoe

Stop! Als het filament er niet uitziet zoals op de afbeelding links, ga dan naar de helpdesk en een ECPL-bibliothecaris zal je helpen met het laden van de Smart Extruder.

crwdns2936071:06crwdne2936071:0 — Een testobject maken

Voordat je je object maakt, moet je een testobject uitvoeren om er zeker van te zijn dat de 3D-printer correct is ingesteld

crwdns2936071:07crwdne2936071:0 — Controleer het testobject

Je testobject moet eruit zien als een van de twee items aan de linkerkant

crwdns2936071:08crwdne2936071:0 — Voeg je bestand in

Als de testobjecten perfect zijn, kun je je bestand met je object naar de machine uploaden

crwdns2936071:09crwdne2936071:0 — Wanneer je object voltooid is

Wacht tot het object is afgekoeld voordat je het van de plaat haalt (1-2 minuten is meestal voldoende tijd)